Ik wil mijn geest bevrijden
van nijd en van verdriet
van trots en pijn en schaamte
en ook gramschap wil ik niet
Ik wil mijn geest bevrijden
maar soms ben ik te moe
en te lui, te vadsig en hebberig
en soms weet ik gewoon niet hoe
soms weet ik gewoon niet hoe
Ik wil mijn geest bevrijden
van honger en van dorst
van tomeloze woede en ook spijt
die boete ben ik liever kwijt
O, nu is het tijd om te groeien
tot ik eindelijk begrijp
dat ik alle kennis in mijn hoofd en handen hou
en nooit meer messen slijp
en nooit meer nooit zeg
Ik wil mijn geest bevrijden
van lust, hebzucht en macht
ik wil dat elke cel en elke vezel in mij weet
dat je beter niks verwacht
O, nooit meer eenzaam en nooit meer ijdel
en ook afgunst, da’s niks voor mij
en al die dwaze vooroordelen
met telkens weer die spijt
Oh
Ik wil mijn geest bevrijden
van de angst voor de angst want die cirkelt het langst
morgen misschien, ja morgen zal je wel zien
morgen ben ik nooit meer bang
Morgen ben ik nooit meer bang
nooit meer bang
nooit meer bang
Morgen ben ik nooit meer bang