Vanaf

De liefde krijg je zelden puur en onversneden
Het is altijd maar half en nooit genoeg
Het kost hopen tijd
Vreet al je energie
En komt meestal veel te laat of erger, te vroeg

Dat duister donker kantje
Zelden is ’t veraf
Het verdwijnt nooit helemaal
Hij zegt da’s liefde, maar zo bezitterig
Wat is ie vitterig vandaag
Net zoals elke dag

Ik wil er vanaf
Van dat akelig gevoel,
Vanaf
Je snapt vast wel wat ik bedoel
Vanaf
Ik wil er vanaf
Van die emo-dictatuur
Vanaf
Van die hormonale conjunctuur
Vanaf
Owow

Ik kan niet slapen en toch ben ik zo moe
‘k Probeer het allemaal te negeren
Maar ‘k zou niet weten hoe
Mediteren, relativeren
Maar niks helpt om het tij te keren
Jaloersheid zit zo diep
Ik wou dat ik sliep
Dan zou ik dromen dat jij alleen voor mij oog had

Ik wil er vanaf
Omdat ik het niet langer verdraag
Vanaf
Van al het gezeur en dat gezaag
Vanaf
Ik wil er vanaf
Van al dat zelfbeklag
Vanaf
Voor iets van niets raak jij van slag
Vanaf
Owow

En zo heb je de liefde helemaal versmacht
Ze ligt te huilen in een hoekje, de hele nacht tot kwart voor acht
En toen ging de bel en stond jij aan de deur,
En ik dacht hij komt terug,
Maar je kwam gewoon je spullen halen
In de liefde, krijg je nooit wat je verwacht